Katja en Tineke: “Wij kregen regelmatig telefoontjes en mailtjes over condensproblemen in de keuken. Toen we op zoek gingen naar een oplossing dachten wij alleen maar aan de afzuigkap. We hebben van alles geprobeerd. De afzuigkap verlaagd. Gekeken naar een ander type. Maar het condensprobleem ging niet weg.”

Onze manier van koken

Edwin Vierkant: “Dat kan kloppen, want het ligt niet aan de afzuigkap. Maar aan onze manier van koken. En om daar achter te komen, hebben wij ook veel testen moeten doen in ons eigen testcentrum. We zijn in Nederland gewend om te koken op gas. En bij het koken op gas komt er door het vuur warmte rondom de pan vrij. Hierdoor verdampt een deel van de condens die tijdens het koken ontstaat. Dit gebeurt niet meer als je op inductie kookt, want bij een inductiekookplaat wordt alleen de bodem van de pan verwarmd. Zet je bij het koken op gas de gasstand lager, dan wordt het water ook minder warm. We zijn dus gewend om op een hoge stand tekoken. Veel luchtbellen (belletjes met stoom) is goed, want dan kookt het water. Maar dat geldt niet voor het koken op een inductiekookplaat. Daar zorgen die luchtbellen juist voor veel condens in de keuken.”

Wat zijn de effecten van veel condens?

Katja: “Allereerst is het natuurlijk heel vervelend dat het een natte boel wordt in de keuken. Daarnaast zien wij vooral op lange termijn beschadigde keukenkastjes. Veel condens trekt uiteindelijk in keukenkastjes, die vervolgens gaan opzetten en niet meer goed kunnen sluiten. Edwin vult aan: “En er kan door veel condens ook schimmel in je woning ontstaan.”

Maar hoe moeten we dan wel koken?

Edwin: “Zet de stand lager en doe een deksel op de pan.” Tineke: “Maar dan kookt het water toch niet en dan wordt mijn eten niet gaar?” Edwin: “Als je begint met een hoge stand dan ontstaan er vrij snel luchtbellen, dat betekent dat het water zijn kookpunt heeft bereikt. Het enige verschil met hard (veel bellen) of zacht koken (kleine belletjes) is de hoeveelheid water die wordt verdampt. Hoe groter de bellen hoe meer water je verdampt, hoe meer condens. Je kan de stand vanaf het kookpunt (grote bellen) dus beter terugzetten naar een lagere stand. Dat betekent minder condens. En je verbruikt ook nog minder energie.”